WELKOM

Welkom op het biblioblog van Spookiespock

zondag 31 oktober 2010

Hoe dom is domotica? Over het nieuwe taboe!

Veel nieuwe uitvindingen maken het ons gemakkelijker en besparen ons tijd. Komiek Ben Elton had eens een prachtige routine over Marks en Spencers waarin hij je vrolijk door een warenhuis meenam waarin ons steeds meer werk uit handen werd genomen op de voedselafdeling. Het enorm tijdrovende effect van het door elkaar mengen van verse groenten werd ondervangen met kant en klaar salades. Brood hoefde je niet meer helemaal zelf te smeren, dat lag al zo in de vitrines. Kaasblokjes hoefde je ook niet meer zelf te snijden en er was al saus bijgevoegd. Zijn vraag was: hoeveel tijd wil je winnen? Straks kom je nog jonger het warenhuis uit dan je er in ging. (Het ultieme was volgens hem een vacuumverpakte drol - dan kon je ook het vermoeiende eetproces overslaan en alleen dit product door het toilet spoelen) Hilarisch was zijn opmerking dat straks de appels voorgeschild verkrijgbaar zouden zijn. En kijk nu eens wat je tegenwoordig gewoon bij de Appie kunt kopen?
Ik kom hierop door domotica en de iPhone en iPad. Domotica is een vorm van woningautomatisering. Je kunt dan vrijwel alles in je huis automatiseren en via je iPad en iPhone op afstand bedienen. Ooit de film 'Mon Oncle' van Jacques Tati gezien? Met dat klinisch enge en  tegelijk lachwekkende robothuis van de toekomst waar monsiour Hulot bevreemd doorheen zeilt? Dat is er al - in Eindhoven staat een demonstratiewoning van de Stichting Smart Homes. Je kunt lekker vast de verwarming aanzetten als je van je werk vertrekt en voor elke ruimte een ander muziekje programmeren. Met een knop kun je alles tegelijk uit- en aanzetten. Best cool en het bespaart weer tijd, maar waarvoor eigenlijk? Wat ga je dan met al die gewonnen tijd doen? Daar is meestal niet over nagedacht, maar ook hierin voorziet de iPad. Er zijn eindeloze mogelijkheden voor wie zich stierlijk verveelt. En de cirkel is rond.
Wat niet wil zeggen dat domotica en de iPad onzinnige uitvindingen zijn. Integendeel, domotica kent bijvoorbeeld in de zorgverlening uitstekende toepassingen. En de iPad had ik vorige week via onze automatiseringswmedewerker voor het eerst in handen met o.a. prachtige mogelijkheden voor de workshops en presentaties die ik geef (en voor het uitwerken van klanklandschappen waar ik al mee bezig was). Ook prima voor e-books van stripverhalen te gebruiken merkte ik tot mijn verrassing. Maar zoals in een vorig blog aangegeven, let altijd op wat je ermee verliest. Kijk of het je dat waard is en probeer dan met de gewonnen tijd o.a. het verlorene te compenseren. Met domotica leveren we nog meer lichaamsbeweging en weerstand in dan al het geval is. Als je plezier schept in zo'n geautomatiseerde woning en er voor gaat, ren dan bijvoorbeeld eens vaker buitenom voor de balans en doe iets aan handdynamica. Dat verlies is het nieuwe taboe. Als je het er over hebt, ben je volgens de media bang voor de digitoekomst (stond deze week letterlijk in de krant). Maar de iPad-opa waar de media vorige week (terecht overigens) mee wegliepen, liet aan het eind van deze week een aantekening maken die in een heel klein berichtje terecht kwam. Hij kon nu de hele wereld over, maar vond inmiddels wel dat die wereld was teruggebracht tot een schoothondje. Dat vond hij (ook terecht) zorgelijk. Een modern en wijs mens.

dinsdag 26 oktober 2010

DING 13

Google Docs is in Bibliotheek Kennemerwaard voor de zomer al ingezet voor het werken aan het beleidsplan. Een prima instrument waarbij Spookie nu eens geen Klingons op de weg ziet (of aan de starboard bow volgens coach). Met name voor gelijktijdige input van grote groepen en/of voor mensen die niet gemakkelijk bij elkaar kunnen komen een groot goed. Voor twee mensen die elkaar wel makkelijk tegenkomen, zoals La Jeunesse en Raven,  is het ook prettig dat je het kunt laten bezinken, op elkaar reageren en eraan werken waar en wanneer het je uitkomt. Maar ik mis dan wel een beetje de spontane, elkaar creatief besmettende werking van direct brainstormen. Zo heb ik van de zomer aan een vertaling gewerkt met mijn broer in Engeland en we bleken veel effectiever te kunnen werken via een telefoonverbinding met ieder een document geopend dan via Google Docs. Kijk altijd wat voor mensen er aan gaan deelnemen (Belbin) en wat voor die situatie het beste middel is. Vaak kom je uit op 'en ... en ...'.
Al wat bekend met Google Docs ben ik eens bezig gegaan met Zoho. Daar kunnen veel sites een voorbeeld aan nemen. Glasheldere indeling, waarmee je in een paar seconden direct bezig bent. Tegelijkertijd wordt je spelenderwijs bewust gemaakt van een enorm scala aan mogelijkheden, zonder dat het rommelig wordt (een kunst die zelden wordt verstaan). Opvallend dat dit lukt met juist erg talige knoppen.
Maar welk systeem je ook kiest, het principe is niet alleen nuttig voor bibliotheekmedewerkers onderling maar kan dat ook zijn voor het contact met klanten. In een reactie op Ding 13 van Raven (die zo snel gaat dat je allleen in het optrekkend stof nog iets kunt roepen - haha) heb ik daar al voorbeelden van gegeven. Misschien een gedurfde stelling, maar als we echt willen dat klanten participeren (en dat willen we volgens het gegoogledocte beleidsplan), wat is er dan uitnodigender dan ze af en toe (wanneer het kan en zin heeft) eens aan iets mee te laten schrijven? Dan geven ze niet alleen hun mening, maar doen ze echt mee. Alleen de mogelijkheid geven kan al iets open breken.

DING 12

Spookie heeft met een behoorlijke portie vooroordelen boldly het terrein van Twitter betreden. De open discussie of Twitter nu een hoop gezwets is of een missing link in de communicatie ten spijt, lees ik elke dag in de krant een aantal hoogtepunten van tweets rond politici, sporters en entertainers waar ik zelden vrolijk van wordt. En als treinreiziger ben ik al helemaal allergisch geworden voor het watdoejijijij...? - de lijzige zeikvraag van het mobiele telefoonverkeer. Daar spreekt zelden echte interesse, maar meestal oeverloze verveling uit. Zal dat op Twitter dan anders zijn?
Eerst eens in de geavanceerde opties van Twittersearch gedoken. En dan heb ik meteen weer pissed op het hele bibliothecaire catalogussysteem. Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat klanten en bibliothecarissen nog steeds niet met vergelijkbare opties door de catalogus heen kunnen? Waarom accepteren we dat met zijn allen? Vijftien jaar geleden kon ik in de internationale boekhandel waar ik werkzaam was al boleaans zoeken in catalogi voor alle beschikbare werken in heel Engeland en de Verenigde Staten. Ik kon ook zoeken op dikte van het boek of jaar van publicatie, op uitgever enz. Wij maken in de bibliotheek (met een schril afstekende omvang van collectie), ondanks de recentelijke sprong vooruit met c-wise, in vergelijking nog steeds met twee stenen vuur.
Maar goed, in deze wel volwaardige zoekmachine de woordcombinatie 'Doctor Who' en het trefwoord 'bibliotheek' getikt. Omdat ik laatst twee fantastische afleveringen van deze serie zag rond een bibliotheek van de toekomst, zo groot als een planeet (!), en ik benieuwd was wat er over gezegd werd en of er meer afleveringen met dat thema waren. Ik krijg een eindeloze lijst van mensen die aangeven dat ze die afleveringen aangeschaft en/of bekeken hebben, dat ze er blij mee zijn en verder niets. Wat kan mij dat nou schelen? Useless - en als dat zo doorgaat een user less.
Als ik een account aanmaak wordt ik vrolijker. Makkelijk te doen en direct aardige opties om te volgen. Ik kies voor William Shatner (obviously), Simon Pegg (omdat hij in zijn films zo gevat is) en NYTimesscience als groter orgaan. Pegg is inderdaad leuk om te volgen en razend actief, vele tweets per dag van leuke onzin tot interessante filosofische observaties, in prima balans. Als je Twitter gebruikt, moet je het zo doen, maar het betekent ook dat zowel zender als ontvanger er gedurende de hele dag mee bezig moeten zijn, wat zowel het voordeel (actuele info) als het nadeel (kijkdwang) van dit medium is. Shatner kan beter niet twitteren. Als je maar af en toe van je laat horen is een weblog met rss-feeds veel effectiever. De volgende dag krijg ik de suggestie in de kantlijn om TherealNimoy ook eens te gaan volgen en met dat soort service moeten bibliotheken echt aan de slag. NYtimesscience blijkt te omvangrijk - ondanks dat het mijn interessegebied is, blijkt het zo breed dat ik veel te vaak iets binnen krijg, waarvan ik 90% zo weer kan verwijderen. Dat risico lopen we als bibliotheken ook en vormt een interessant aandachtspunt.
Zelfs met maar drie van deze keuzes word ik meteen al gebombardeerd met tweets, wat ik als behoorlijk onprettig ervaar. Twitter kan een prima medium zijn, maar in de praktijk verschijnt er wel erg veel bagger. We moeten misschien eerst leren het niet uit verveling te gebruiken. Persoonlijk wil ik mijn pc niet de hele dag aan hebben staan en niet voortdurend bereikbaar zijn, waardoor dit medium minder geschikt voor mij is (als je er voor gaat, moet je er ook echt voor gaan - Mr Shatner). Voor bibliotheken is het wel een uitkomst met een hoge prikkelwaarde als we leren het effectief in te zetten (en niet twitteren om het twitteren).

maandag 25 oktober 2010

Nieuwe media, zelfde liedje

Voordat iedereen uit zijn warme pantoffels vliegt van verontwaardiging, het gaat me niet om de nieuwe media zelf, maar om het proces van de overschakeling. We leren daar bitter weinig van en dat is al heel lang zo. Wanneer beseffen we nu eens dat met elke grote sprong voorwaarts in de communicatie we zowel iets verliezen als er iets bij krijgen. Dat het verstandig is om die twee met elkaar te vergelijken en te kijken of het inderdaad de moeite waard is. En dat het ook handig is om te kijken of we iets kunnen doen om het verlies te compenseren. Want meestal willen we verder met de ontwikkeling en dat is zeker een groot goed. Nu krijg je echter bij elke nieuwe mogelijkheid een kamp dat zich op het verlies concentreert en meent dat alle oude waarden verdwijnen en een kamp dat zich op de winst concentreert en meent dat nu het paradijs aanbreekt.Als altijd zit de waarheid er tussenin.
Tijdens het opkomen van een nieuw medium is dit een logisch verschijnsel, omdat het zich wil profileren. Net als bij een nieuwe literaire stroming zet die zich even hevig af tegen de gevestigde orde. Maar in de literatuur merkt men al gauw dat het te scherp werd gesteld en wordt (een deel van het) voorafgaande later weer omarmd om naast elkaar verder te gaan. Bij nieuwe media moffelen we het verlies uiteindelijk weg als ze zich eenmaal gemanifesteerd hebben. Dat was het gezeur van ouwe (geslachtsnaam invullen). Laten we eens ver teruggaan, naar de uitvinding van de schrijfkunst. Vertellers waren bang dat daarmee het geheugen van de mensheid enorm achteruit zou gaan. Fantastisch als de uitvinding van de schrijfkunst heeft uitgepakt - daar hebben ze wel gelijk in gekregen; ons geheugen is in vergelijking enorm achteruit gegaan (wij moeten al aan de social bookmarking omdat we onze favorieten niet kunnen onthouden). Bij de introductie van de televisie werd gezegd dat we op deze manier veel passiever zouden worden en dat het verslavend zou werken. Allebei volledig bewaarheid. Voor de sociale media geldt hetzelfde gevaar en komt het verlies van concentratie er bij (tegen bijvoorbeeld de winst van multitasking). Mijn voorstel is om het verlies eens serieus te nemen en te kijken hoe je bijvoorbeeld op een andere manier je geheugen zou kunnen trainen en hoe je als compensatie voor het vele televisiekijken en internetten wat meer kunt gaan bewegen. Hoe je bijvoorbeeld met meditatie aan je rust, innerlijke focus en aandacht kunt werken en hoe je naast het virtuele feest ook aan je echte sociale contacten kunt blijven werken. Dan ga je voor de winst en schep je een gezond alternatief voor het verlies. Is daar allemaal tijd voor? Jazeker. Daar gaat Spookie in een volgend blog op in. Stay tuned.

DING 11

Wiki's zijn een voorbeeld van de magie van nieuwe media waar Spookie's oren van gaan tintelen. Laten we eerlijk zijn - veel applicaties op web 2.0 zijn gewoon upgrades van dingen die we al lang deden. Alleen kan het nu sneller, flistender, hipper en met een groter bereik. Dat kan prettig zijn, maar echt wereldschokkend is het niet. Een rss-feed is een moderne versie van een klantennieuwsbrief, flickr steekt je foto-album in een nieuw jasje en een weblog (natuurlijk niet die op 23dingen) is vaak een upgrade van een tupperware party bij jou thuis (en als ik daar iemand mee beledigd heb, is dat mooi meegenomen ;-)). Het wordt pas echt feest als je ineens iets kunt doen wat je voorheen helemaal niet kon doen. Op web 1.0 lukte dat bijvoorbeeld met het verschijnsel website. Ineens kon iedereen een plek genereren die voor de hele wereld makkelijk bereikbaar was. Je kon iets uitdragen zonder dat je je eerst als academicus of ervaringsdeskundige hoefde te bewijzen. En je mocht het helemaal op je eigen manier doen. Op web 2.0 zijn wiki's een vergelijkbaar voorbeeld. Ineens kan iedereen aan kennisbanken deelnemen of ze zelf opzetten zonder dat je een aantal letters met een dikke punt voor je naam hoeft te hebben (geen kinnesinne, want Spookie heeft dat wel (Vulcan Academy of Pointy-eared Bastards)). Een encyclopedie waar ieder die er zin in heeft aan kan bijdragen, was voorheen in feite ondenkbaar. Maar het is iets wat de wereld rijker maakt, wat het spectrum verbreedt. Je kunt veel beter vergelijken en tot je eigen mening en inzichten komen (nadeel is dat er ook gemakkelijker informatie kan worden gemanipuleerd, dus je moet meer opletten).
Het is wel zaak om duidelijk te vermelden met wat voor bron je te maken hebt (bronnen op waarde schatten wordt een steeds grotere kunst en is weer iets waar bibliotheken een prachtige rol bij kunnen spelen). Zo denken nog steeds veel mensen dat de Wikipedia een Winkler Prins op internet is. Toen ik op aanwijzing van de cursus naar de SJCPL Subject Guide van het St. Joseph County Public Library System (met zo'n naam zie je meteen een horde professoren met slabbetjes om over je scherm trekken) surfde, werd het me niet meteen duidelijk wat er nu als wiki was opgezet en wat niet. Bibliotheekwiki's als die van Deventer en verschillende andere bibliotheken zijn daar gelukkig direct volkomen helder in. Dat nodigt ook meer uit om er zelf in te participeren.
Lekker in de Sandbox gespeeld van de 23dingenwiki en een artikel aangemaakt over een favoriete televisieserie: Invasion. De vraag is wel hoe zoiets vervolgens geordend wordt. Het kan zo gauw een zooitje worden als bijvoorbeeld binnen dit onderwerp alleen al de een zijn of haar favoriete regisseur of acteur bespreekt, een ander een favoriete film en een volgende een favoriet filmgenre, terwijl iemand anders met een top tien komt. De kunst lijkt me bij het opzetten van een wiki om een aantal kaders en voorwaarden te scheppen die niet teveel de vrijheid beperken, maar er wel voor zorgen dat er iets ontstaat waar men meer aan heeft dan er eens voor de lol doorheen te bladeren. Ik zou het zelf wel eens willen proberen en als ik bijvoorbeeld me bij Wetpaint orienteer, lijkt het me goed te doen.

dinsdag 19 oktober 2010

DING 10

‘Social bookmarking’ zou onder andere handig zijn omdat je lijst favorieten wel eens uit de hand kan lopen. Seriously? Toen ik dat op de site van 23dingen las, moest ik meteen denken aan Shirley Maclaine die naar verluidt eens aan de pers toevertrouwde dat ze een feestje had gegeven voor vierhonderd van haar beste vrienden. Een kleine rekensom leert dan dat als mevrouw Maclaine gedurende drie weken niet werkt of slaapt, maar achter elkaar alleen maar deze vrienden op bezoek heeft, iedereen een uurtje mag blijven. Lijkt me niet vol te houden en een uurtje in de drie weken is niet echt ruim voor beste vrienden. Als je zo de term oprekt, weet je niet meer waar je het in wezen over hebt. Als je vierhonderd websites onder je favorieten hebt staan, ondermijnt dit het begrip ‘favoriet’ op vergelijkbare wijze. En als het er niet zoveel zijn, lijkt het me gemakkelijker ze eens te schonen dan tags te gaan verzinnen op een aan te maken Delicious account. “En als je niet altijd op je eigen computer kunt zijn, hoe onthoud je dan de adressen van je favoriete websites?”, luidt de eerstvolgende vraag. Hoeveel adressen hebben we het hier over als je een adres zodanig kunt vergeten (het gaat om je favorieten, remember?) dat je het niet met een paar trefwoordjes uit google terug kunt halen? Nog los van het feit dat het andermaal zo vreselijk belangrijk is om op elke computer die je onderweg tegenkomt je favorieten te kunnen raadplegen. (Lees mijn vorige bericht over ontwenningsverschijnselen).
Kan social bookmarking dan naar de prullenbak? Nee, wat mij betreft niet. De tags kunnen je weer naar andere sites leiden dan trefwoorden en je kunt er een motivatie vanuit de gebruikers bij krijgen waarom een specifieke site hen zo boeit. Keerzijde is weer dat je gauw de aantallen en meningen van anderen laat spreken. (Zo kom ik op IMDB nogal eens films tegen die door de massa de grond in worden gewaardeerd, maar die ik meesterlijk vind. Soms zoek ik zelfs op extreem lage waarderingen om uitgekotste pareltjes op te poetsen - lekker frisse beeldspraak Spookie). Het sociale aspect (niet meer op mij toepasbaar na de vorige zin) heeft ook toegevoegde waarde. Je kunt binnen een bepaalde belangstellingssfeer makkelijk ervaringen met betrekking tot relevante websites uitwisselen. Wil dat echt sociaal worden, dan moet dat wel wat dieper gaan dan lijstjes uitwisselen. (Het woord sociaal wordt tegenwoordig ook maar te pas en te onpas overal opgeplakt.) Voor dat soort onderwerpen maak ik al deel uit van netwerken, maar ik zie het voordeel en misschien wil ik ooit eens uitbreiden.
Waar ik een groot voorstander van ben is dat de gebruiker zichzelf meer op de stoel van de informatiespecialist plaatst. Een ontwikkeling waar bibliotheken gelukkig steeds meer oren naar krijgen. Je zou een workshop social bookmarking voor klanten kunnen opzetten met als resultaat een groep die rond bibliotheekthema’s aan de slag gaat. Domeinspecialisten zouden een andere groep kunnen vormen (het is ook leuk ze te mixen). Ik ben het er dan ook helemaal mee eens dat  taxonomie en folksonomy niet tegengesteld maar juist complementair zijn. Daar moeten we goed gebruik van gaan maken. Professionele kennis verrijkt door ervaringskennis. Alleen zou ik wel willen dat telkens duidelijk wordt gemaakt uit welke invalshoek welke informatie is gegenereerd. Dat komt de toepassing ten goede. En een aantal basisafspraken over de tags als in Overrijssel lijkt me een belangrijk uitgangspunt ter wille van de efficiëntie.
Furl spreekt mij op het eerste gezicht meer aan dan Delicious, alleen al door de overzichtelijkheid. Zeker omdat taxonomische en folksonomische zoekmogelijkheden direct naast elkaar te vinden zijn. De oplossing voor linkrot door automatisch documenten op te slaan die je ook na eventueel verdwijnen van de oorspronkelijke webpagina nog kunt raadplegen vind ik een flinke plus. En het in beeld brengen van furlmates rond vergelijkbare bronnen haalt me bijna over om er toch ook privé iets mee te gaan doen. Dan maar commercieel.

maandag 18 oktober 2010

HTML5 WILL EAT YOU ALIVE

Denk je net te weten hoe je redelijk veilig kunt surfen, komt er een nieuwe webtaal aan die het internetten naar een hoger niveau tilt, maar waarbij je privacy weer meer gevaar kan lopen. TADAM ...TADAM .... tadamtadamtadamtadam .....De media laten je weten dat er al websites zijn die gebruik maken van HTML5.Wat is het en waarom zou het wel eens eenzelfde gevoel kunnen oproepen als zo'n reuzenvin die plotseling uit het water omhoog schiet? Moeten we het strand misschien afzetten? Of loopt dan het tourisme gevaar?
Met de opmaaktaal HTML5 en bijbehorende technieken is het de bedoeling om internet en de computer meer in elkaar over te laten gaan. Dat heeft grote voordelen. Zo kun je webapplicaties blijven gebruiken als je offline bent. Dus gewoon lekker blijven gmailen en bloggen, ook als de internetstekker eruit ligt (dat scheelt weer ontwenningsverschijnselen; stel je voor dat je even niet zou kunnen ............... mede23dingers, ik durf die zin niet af te maken). Om dat voor elkaar te krijgen, moet er veel meer informatie worden uitgewisseld tussen de eigen computer en het internet. En daar kunnen derden (o.a. adverteerders) van profiteren. Zij krijgen gemakkelijker toegang tot heel veel persoonlijke informatie. Beduidend meer dan nu met cookies (volgbestandjes in de browser). Ze kunnen dan bovendien informatie op jouw computer opslaan. Interessant (ander woord voor ridicuul) dat de taal al actief is, terwijl browsermakers nog niet weten hoe ze de risico´s moeten indammen en de gebruiker pas nu verneemt wat het allemaal in zou kunnen houden.
Overigens heb ik wel een dubbel gevoel bij de termen privacy en veiligheid. Aan de ene kant vind ik dat we er teveel over zeuren. Als je je hele hebben en houwen op het web gooit, moet je er niet vreemd van opkijken dat het overal opduikt en het voor van alles wordt gebruikt. Dan doe je hetzelfde als de ontwerpers van deze taal - je ziet wel wat er van komt; een self fulfilling prophesy if ever there was one. Maar ook als je voorzichtiger bent, maken we ons er volgens mij vaak nodeloos druk om dat anderen van alles over ons weten. Nou en? Als je denkt dat je zo kunt tegenhouden dat er van alles over je gedacht wordt, heb je het mis. Mogelijk menen ze bij Albert Heijn, vanwege het feit jij via hun webwinkel toiletpapier voor de hele voetbalvereniging inkoopt, inderdaad dat het met jouw spijsvertering slecht gesteld is. So what? Het lijkt me gezond dat wij ons eens wat minder bezig houden met wat voor indruk anderen van ons zouden kunnen hebben (horen jullie dat verstokte bloggers, twitteraars, facebooklingen - knoop het in je ..... juist).
Nee, het wordt pas problematisch als wij belangrijke dingen te verbergen hebben (maar doe daar dan wat aan of verberg ze desnoods beter). Of als we ons kwetsbaar maken voor een vloedgolf aan manipulerende advertentietrucs dan wel voor officieel criminele activiteiten. Dat laatste baart wel degelijk echt zorgen, want er komt steeds meer informatie over jou beschikbaar die op allerlei manieren van pas kan komen in criminele circuits (en je moet nu al het aantal mensen de kost geven dat prive een standaardmelding op hun e-mail achterlaat die precies aangeeft tot wanneer ze op vakantie zijn). HTML5 is waarschijnlijk geen monster, maar je moet wel tijdig door hebben hoe er mee om te gaan. Kijk of die nieuwe surfplank je net zo goed ondersteunt als degene die je nu gebruikt - hoe mooi en flitsend het nieuwe model er ook uitziet. Stay cool, dude.

woensdag 13 oktober 2010

TUSSEN(D)OORTJE: Alle Wizkids opsluiten

Ik kan het aanraden voor elke organisatie die een nieuwe applicatie op het web wil activeren die ook voor beginners te volgen moet zijn. Sluit even al je Wizkids op (strooi een handvol bits in een gangkast en sluit de deur achter ze) en zet een paar klanten die nog weinig webervaring hebben achter de toetsen om je programmatuur uit te proberen. Kijk goed naar wat ze in werkelijkheid doen.
Hoe weet ik dat dat niet overal gebeurt? Omdat ik nu af en toe nodeloos lang aan het puzzelen ben bij programma's die vanuit 23dingen nieuw voor me zijn. Zo had ik nog nooit met tags in Flickr gewerkt. Als je een aantal van je foto's hebt gedownload staat er duidelijk een icoontje tags in de bovenbalk. Maar als je daar op klikt krijg je uitsluitend informatie over wat je verder met tags kunt. Niet hoe je ze moet aanbrengen, wat toch de eerste vereiste is. Pas als je er aan denkt op een individuele foto te klikken zie je onderaan bij de betreffende foto de klikbare vermelding 'tag aanbrengen' verschijnen. Waarom niet bij dat eerste icoontje die aanwijzing als optie laten uitvouwen? Hetzelfde geldt voor Adobe bij de fotobewerking. Je kunt eenvoudig een foto uploaden en dan krijg je een optie om ze te bewerken met een aantal afgebeelde vervormingseffecten. Als je er op een klikt, gebeurt er ogenschijnlijk niets. Je twijfelt of je het goed gedaan hebt en klikt een andere optie aan. Dan denk je dat je meer geduld moet hebben, wat bij het onderdeel stijlmatching wel het geval is. Daar klik je op de foto die je met je upload wilt matchen en het resultaat verschijnt na verloop van enige tijd. Dat vermoeden lijkt bevestigd als je de cursor midden op de foto zet en er kort de vermelding 'still working' verschijnt. Maar onder de cursor doemt lastig zichtbaar een punt op dat je door te bewegen tot patronen kunt vormen waarbinnen de vervormingen gaan optreden. Alleen als je beweegt, valt het op. Niet moeilijk om ergens duidelijk te vermelden lijkt me.
Ik was een tijd terug bij Metrixlab in Rotterdam op bezoek en kon meekijken toen ze willekeurig uitgenodigde internetgebruikers live een applicatie lieten uitproberen, waarbij de oogbewegingen in rode lijnen over elk geopend scherm te volgen waren (en de handbewegingen en houding gelijktijdig gefilmd werden). Want als je de gebruiker vraagt hoe die zoekt, krijg je meestal andere resultaten dan uit praktijkmonitoring. Wij denken vaak anders te zoeken dan we werkelijk doen (o.a. omdat we niet dom willen overkomen en zelf niet goed registreren wanneer en door wat we afgeleid worden). Dit wordt later gekoppeld aan vraagsessies over de ervaringen. De Wizkids weten nu eenmaal door de bank genomen niet waar een beginner mee kan zitten. Pas na een onderzoek als bovenstaande mag je ze van mij weer uit de kast laten om de noodzakelijke aanpassingen te implementeren.
Dan vermijd je mededelingen als net aangetroffen bij een van de meest recente Wii-games "please log in to log out". ????

dinsdag 12 oktober 2010

DING 9 - Deel 2: Blogterreur

Kijken of het aantal volgers verdubbelt met zo'n titeltje. En hij slaat ook nog ergens op. In deel 1 had ik het over hamers, waarvan het toch wel een beetje een zielige indruk vormt als je ze altijd bij je draagt. Als dat idioot lijkt, waarom laten we sociale media dan wel als gemeengoed ons leven dicteren? Praktijkvoorbeeldje. In de eerste week na mijn vakantie had ik wat 23dingenmateriaal in te halen. Eén ochtend was ik op een andere vestiging (als kikvors verkleed, maar dat is een ander verhaal). Toen ik terugkeerde aan het begin van de middag vertelde coach me dat er wel 4 reacties waren gekomen op mijn bericht van de avond tevoren .........en dat ik er nog niet op geantwoord had! Het ging natuurlijk vergezeld van een glimlach waar zelfs je veters van uit de knoop schieten, maar toch. Coach moet ons prikkelen dat begrijp ik (al blijft wel de vraag waar het begrip engelengeduld dan vandaan komt) en dit is de context van de cursus. Maar je merkt vaker dat het eigenlijk niet done is om niet binnen een dag (of zelfs een dagdeel) ergens op te reageren. Mag ik dat even zelf uitmaken? Buiten? groen? frisse lucht? een leven? Voor je het weet ben je de hele dag digitaal in gesprek. En dan ben ik aan het twitteren nog niet eens begonnen.
Met deze terreur wordt je via mobiele telefoons in de trein voortdurend geconfronteerd. Altijd bereikbaar moeten zijn, anders is er iets mis.
Ik vind dat er pas echt iets mis is als je op een willekeurig moment een reactie plaatst op een prive-weblog en binnen een minuut antwoord krijgt. Daar kan geen SAW 500 of nieuw kabinet tegen op - dan kruip ik het liefst onder de dekens met de deuren en ramen op slot. Een keer kan toeval zijn, maar als het zich herhaalt ...."Scary trousers Grommit". Het is een belevingswereld die zelfs Spookiespocks voorstellingsvermogen overschrijdt. Dan zit er maar een ding op: to boldly retreat where everyone mindlessly goes forward.

DING 9 - Deel 1: Blingbling

Goed dat in de suggesties voor onderwerpen naar een bespreking van web 2.0 toe de toepasbaarheid (in dit geval voor bibliotheken) centraal wordt gesteld. Ik heb er bij Ding 8 al een voorbeeld van gegeven. Het lijkt me bijvoorbeeld ook fantastisch als zoveel mogelijk medewerkers als onderdeel van het werk een weblog maken en bijhouden rond een eigen specialisatie, waar makkelijk naar verwezen kan worden. Samengesteld als een facettenoog levert dit zowel de persoonlijke touch als de professionele benadering, waar klanten behoefte aan hebben. Het kan een onderlinge sport worden om zoveel mogelijk volgers te krijgen.
Maar de toepasbaarheid van de sociale media wordt gemakkelijk uit het oog verloren. Het blinkt allemaal zo mooi (look at all the prrrrretty lights), maar wat voegt het toe, wat wil je er mee? Voor dat je het weet is het middel het doel geworden en blog of twitter je om er bij te horen of alleen maar omdat het er allemaal zo leuk en verleidelijk uitziet. De terminologie verraadt dit al gauw. Het geeft kennelijk status om zoveel mogelijk web 2.0 toepassingen in een zin te gooien. Ik ben net begonnen en kan het nu al. Vanochtend stond er een artikel in de krant over de presentatie van de nieuwe Windows Phone van Mocrosoft. Bij aanschaf kan ik meteen zeggen dat ik een Windows Phone 7 heb met het gemak dat in de nieuwe functiemap People Hub Twitter en Facebook zijn geintegreerd. Oooooh. Ik wil hierbij de Spookiespocknorm van drie instellen. Het maximale aantal web 2.0 termen in een enkele zin van een gewone conversatie is dan drie. Zodra je daarboven uitkomt heb je hard een koude douche nodig. Per toegevoegde zin trek je een punt van de norm af. In twee zinnen gebruik je dan in totaal niet meer dan vijf indrukwekkende termen, in drie niet meer dan zeven enzovoorts. Bij overtreding geef je iemand als reactie alleen maar: Blingbling. Laat het daar bij.
Een hulpmiddel begint vaak als speeltje en daar is niets mis mee. Integendeel, het stimuleert je om er mee aan de slag te gaan. Maar op een gegeven moment ontgroei je die fase. Een kennis van mij liep jaren terug op zijn auto af en klikte op de toen nieuwe vinding van de afstandsbediening waarop meteen de lichten aanflitsten ondersteund door een grappig geluidje. Hij grinnikte even in zichzelf om dit effect. Toen ik hem vroeg  wanneer hij de auto had aangeschaft. luidde het antwoord: twee jaar geleden. Twee jaar???? En iedere keer dat hij in zijn auto wil stappen, wat minimaal drie keer per dag is,vertoont hij dat lachje? The mind boggles. Je hoort de grote leegte gapen. Blingbling.
Wat betekent het in werkelijkheid? De termen zelf zijn vaak al verdacht - volgers op je blog, vrienden op hyves. Maar je hebt het alleen over mensen die wel eens op iets van je willen reageren. En je kunt ze tegenwoordig gewoon kopen met vaste prijzen voor het aantal volgers dat je wilt hebben - ook via web 2.0. Het betekent niets en nada als het niet ergens over gaat of ergens bij helpt. Een wijze programmeur zei ooit tegen me over de toepassingen: "het zijn allemaal hamers - enorm handig als je weet wat je in elkaar wilt zetten - maar meer ook niet; vergeet dat nooit".  En laten we eerlijk zijn, hoe handig een hamer ook kan zijn, het is toch erg merkwaardig om het ding dag en nacht op zak te hebben. Maar daarover in deel 2 meer .... (dit is een teaser, bij de weg).
Web 2.0 heeft fantastische mogelijkheden, maar laten we er ook weer niet interessanter over doen dan het is. Het lijkt mij nuttig als iedereen een basiscursus 23 dingen zou volgen, om te genieten van wat er allemaal kan, het samen ook weer te kunnen relativeren, te kijken naar wat je er mee zou willen en de gevaren te onderkennen (als je bij erg priveeje foto's op flickr per ongeluk op algemeen toegankelijk klikt, kunnen er bijvoorbeeld wel eens grote konsekwenties aan vastzitten). Live long with blogger.

DING 8

Ik had even het meeste oren naar Adobe. Van alles geprobeerd en  er veel plezier aan beleefd met de meest psychedelische resultaten. Soms is evenwel een eenvoudig bewerking, een enkele vervorming, het meest effectief. Dan springt het er echt uit en daar zouden we in het bibliotheekwezen, met name in de marketingcampagnes veel meer mee kunnen (en moeten - maar geheel vrijblijvend natuurlijk ;-)) doen. Meestal zijn we zo braaf met onze posters en affiches. Ik heb een foto uit de set die ik op Flickr maakte gelicht om een alternatief te laten zien met een Adobe-bewerking. Stel dat je hier een poster van maakt met het opschrift: DE BIBLIOTHEEK OPENT PORTALEN NAAR ANDERE WERELDEN. Je geeft aan dat binnen de vertrouwde, maar vaak saai en strak ogende lijnen van de bibliotheek van alles mogelijk is. Dat klanten er verrast zullen worden. Dat het in plaats van een tijdelijke in- en uitgang meer om voortdurende doorgangen gaat, enzovoorts. Je spreekt er ook jongeren sterker mee aan, lijkt me. Zelfs in de verre toekomst van de Federation zou dit niet als oubollig worden gezien. Het wordt tijd om de verbeelding echt te laten gelden.

maandag 11 oktober 2010

DING 7

Prettig inzichtelijke onderverdeling bij de mashups: combineren-verzamelen-zoeken-agregeren. Handige kaders voor het vervolg.
Bits and pieces vond ik het meest interessant samen met de Third Party Flickr Tools uit de Tool Collection (Official Flickr Tools is vooral bekend werk waar je ook op andere manieren aan kunt komen). De grens tussen interessante vindingen en pure onzin schuift er voortdurend en dat spreekt me wel aan. Zo kan ik me voorstellen dat sommigen zullen denken 'wat moet ik met een color picker?'. Maar ik ben net aan een boek aan het werken waar chakrakleuren een rol in spelen en dan is dit opeens een inspirerend speeltje (met google afbeeldingen kom je ook een heel eind, maar flickr heeft een ander bereik). Met de stream of consciousness van Flickeur wil ik ook nog knoeien.  Maar ik moest weer lachen om de aparte cubus toepassing, wat je ook in een paar minuten thuis in elkaar zou kunnen knippen lijkt me - niet alles is digitaal handiger. De Favorites die ik ergens zag zijn gewoon onze terug-van-weggeweest-kasten op het web. En Flictionary is volgens mij verzonnen toen ze het van gekkigheid even niet meer wisten . (Je hoort de makers aan tafel zitten met een goede voorraad drank: "Wat kunnen we verder nog doen - kom op mensen - er moet toch iets zijn - de behoefte creeren we wel...").
Findr kon ik niet weerstaan door het jaguarvoorbeeld (ik heb iets met jaguars) en leuk om een term in de breedte uitgebeeld te zien (probeer het woord Spock eens - of is dat een egofeed ;-)?).

DING 6

Eerst even in Picasa gerommeld, wat ik overigens wel overzichtelijk vond, tot bleek dat ik vanaf mijn werkcomputer niet kon downloaden (logisch ook, buitenaardse wezens moet je extra in de gaten houden). Flickr bleek later prima te weken al verliep de inlogging via Yahoo niet bepaald vlekkeloos. En ja, het is een feestje om er rond te kijken en een aantal van de vele mogelijkheden uit te testen. Met name voor iemand die regelmatig met fotografie in de weer is. Voor het opslaan en in sets rangschikken van mijn archief ga ik er zeker gebruik van maken. Maar je laat je soms ook weer te gauw verleiden. Ik heb een set gemaakt naar aanleiding van bovenstaande foto die het gevaar van een theek onder een boom laat zien. Er is een apart idioot verhaaltje ontstaan (uit elke nieuwe rangschikking kan weer een ander verhaal komen). Het leek me leuk om dit ook serieus met mijn kunstenaarswerk te gaan doen, tot ik besefte dat mijn website zich daar beter voor leent en ik het in feite daar ook al doe. Op dat punt voegt het nauwelijks iets toe.

woensdag 6 oktober 2010

Waar is de uitgang?

Even een tussendoortje over het biebbezoek aan Almere gisteren,

Prachtige bibliotheek. Lakmoestest is altijd of jij er als klant graag zou zijn en regelmatig verblijven. Als ik in Almere woonde, wist ik het wel. Ik wou dat we er in Hoorn (stadje op Vulcan waar ik woon) zo een hadden. Maar ik wil het eigenlijk hebben over de rondleiding door de stad na de lunch. Zelfs voor een puntorig buitenaards wezen surreeel. Aangezien ik in dit blog toch graag met quotes werk, hier een paar onvergetelijke van de gids tijdens een rondleiding langs architectonische hoogtepunten:
" U ziet hier winkels. U zult begrijpen dat er veel winkels zijn in Almere."
(Bij twee bootjes omgeven door interessante gebouwen) En dan zijn we nu aangekomen bij de rondvaartboten; daarmee kunt u vanaf het water Almere bekijken."
(Bij een indrukwekkend half uitgevouwen gebouw) "Voor u ziet u een indrukwekkend half uitgevouwen gebouw."
(Midden in een boekhandel) "Dit is Selexyz - vroeger waren er twee van zulke winkels in Almere, nu nog een."
(Aan het eind) "En dan zijn we hier weer bij veel winkels."

Ik heb onderweg verder vooral naar bordjes 'uitgang' gezocht. Het is toch te gek dat je een middag met zo'n minkukel (geen oordeel - feit ;-) en een favoriet Toonderwoord) op moet trekken. Uit respect voor de organisatie vanuit de bieb wil je niet meteen stennis schoppen. Maar het is naar mijn gevoel en beredenering te beleefd. Hoop dat de andere groepen het beter hebben getroffen.